zondag 5 april 2009

Een "giftige" slang

Markelo - Rijssen

Vandaag lopen we het deel wat de vorige keer aan de beurt was, van Markelo naar Rijssen. De dag begint bepaald niet uitbundig als we uit Dalfsen vertrekken. De ruitewissers zwiepen regelmatig van links naar rechts. De lucht blijft dicht zitten. Als we voor de start een kop koffie drinken is het weer droog maar de grijze lucht blijft. Maar eens afwachten of we de zon nog zien, het is een heel verschil met gisteren. Als we een poosje gelopen hebben tovert Erik uit zijn rugtas voor ons idee een bal. Nee, niet zomaar een bal, het is een kloot. Een houten bal met lood erin. Onderhands gooien en al klootschietend vervolgen we onze weg. Waarbij de kloot het pad volgt of links dan rechts van het pad belandt.



Net voor Markelo krijgen we een bordje dat de weg naar de wijngaard wijst. Sinds 1993 worden er druiven geoogst van de stokken die op de zuid-oost helling van de Markelose Berg staan. We lopen maar gewoon het dorp in en moeten vrij snel weer afslaan. Als we het dorp uitlopen staat er net een grote kraan bij restaurant de Smorre. Samen met zijn kleinere broertje wordt de hoogste populier van het dorp geveld. We lopen door langs de akkers. Dat het ondanks de grijze lucht toch lente is zien we aan de bloeiende katjes en de lammetjes.


Voor ons ligt het natuurgebied De Borkeld, een uitloper van de Sallandse heuvelrug. Uitgestrekte heidevelden waarin veel sporen uit het verleden gevonden zijn. Ineens wijst Karel mij op een "giftige" slang in de boom. Een slang? Verbaasd kijk ik om en zie hem hangen. Je vraagt je dan toch wel af hoe en waarom zo'n hydrauliekslang in de boom hangt.


Als het wat bosrijker wordt liggen langs de paden flinke stapels bomen. De mannen laten zich niet kennen en gaan er regelmatig overheen. Ik besluit maar om met beide benen op de grond te blijven.


We steken rechts van het ecoduct de A1 over. Bij Rijssen lopen we langs de Joodse begraafplaats en stuiten even verder op een smalspoor. Karel loopt even terug en komt weer met de wetenschap dat het van het
Leemspoor is. We lopen om Rijssen heen en kruisen weer het smalspoor. Bij het station zijn een aantal vrijwilligers druk in de weer om alles weer klaar te maken voor het seizoen. We krijgen wat uitleg en bekijken in kantine de oude foto's. Tot in de jaren 60 van de vorige eeuw werd er nog gebruik van gemaakt. Op deze manier werd klei uit de groeve naar de steenfabriek vervoerd.


We verlaten de bebouwde kom en zien dan tussen de bomen door de Oosterhof een voormalige havezathe die in 1960 in bezit kwam van de gemeente Rijssen. Nu zijn er twee museua in gehuisvest. Na een stuk bebouwing komen we langs de Olie- en Pelmolen uit 1752. Voor de molen ligt de Enterse Zomp. Een platbodemschip met een geringe diepgang. Op de Regge en de Schipbeek (tot plm 1920) waren veel van deze schepen te zien. Regelmatig komt de kloot weer tevoorschijn, het is een sport op zover mogelijk door de bocht te kunnen schieten. Dan moeten we na een worp afscheid nemen van het exemplaar, met een fraaie boog rolt hij van de weg af, door de berm de sloot in. Helaas, maar we gaan een nieuwe kopen voor Erik! Na het Notterveld slaan we bij de Schutstal rechts af en komen bij de auto uit. Deze schutstal behoorde vroeger bij Havezate De Grimbergh.