zondag 17 oktober 2010

Kijk.., kijk... daar lopen ze!!

Berkum - Zwartsluis
De dag ervoor regent het nog pijpestelen, vandaag zal het droog zijn maar wel een flink windje. Met die voorspellingen van de weerprofeet beginnen we aan dit traject. Het is nog wat duister als we na een bakje verkwikkende koffie van de carpoolplaats aan de A28 starten. Omdat het pontje van Haerst na 30 september niet meer heen en weer de Vecht oversteekt nemen we de wintervariant. Als we onder de A28 door zijn lopen we de kruin van de dijk op. Bij buurtschap Haerst lopen we achter huize Arnichem langs. Bij zandafgravingen zijn daar in 1988 en 1989 resten gevonden die de aanwezigheid van Neanderthalers aantonen. Op dit landgoed is ook het graf van Lepejou, het oudst bekende moslimgraf in Nederland. Omdat deze slaaf zijn heer Joan Hendrik Tobias redde. Tobias was de toenmalige bewoner van Huize Arnichem. Als dank nam hij Lepejou mee naar Nederland. De omgeving ademt beslist geen adelijke sfeer.


Nadat we weer een stukje weg hebben gehad gaan we de uiterwaarden in. Het lijkt wel een hordeloop, regelmatig moeten we over een hek. Karel is daar een echte meester in, met een sierlijke zwaai staat hij aan de andere kant. Na het laatste hek komen we weer op de kruin van de vechtdijk die als we bij Huize Den Doorn aankomen aan beide kanten voorzien in van grote beuken.


De lucht blijft dreigend grijs.... houden we het droog? Bij Genne ligt
IJsboerderij Glinthuys, op deze voormalige havezathe (1520) kunnen we de ijsfabriek bezoeken. Jammer genoeg zijn we een uur te vroeg. We volgen de dijk en komen over het sluisje van Gennegerzijl waar men de waterhuishouding regel voor het gebied tussen Genne en Holten. Al in 1611 wordt er over het sluisje gesproken. Ineens wordt er uitbundig geroepen.... 'kijk, kijk..... daar lopen ze". Verbaasd kijken we elkaar aan en weten beslist niet waar het over gaat, "kijk Henk... daar... reeën" Dat maakt al een boel duidelijk, een eind verder in het weiland staan 3 reeën onze kant op te kijken. Even verder aan de dijk ligt gemaal Streukelerzijl. Na Streukel komen we al gauw op de Stenendijk die ons naar Hasselt brengt. We lopen onderlangs en zie duidelijk de verschillende stukken muur. Als bescherming tegen het wassende water werd de enige gemetselde zeewering in Nederland aangelegd, de Stenendijk, met een lengte van 1000 meter. In deze muur zijn meer dan 50 vakken te onderscheiden in heling, hoogte en aard van metselwerk. Hiermee kan men afleiden dat de muur tenminste twee keer is verhoogd. Over de ouderdom is weinig bekend. Op de oudste kadasterkaart van 1822 komt deze dijk reeds voor, maar deze waterkering is waarschijnlijk veel ouder.


We komen in
Hasselt dat in 1350 de vierde stad in Overijssel was en de bijnaam "Klein Amsterdam" droeg. Als we Hasselt achter ons gelaten hebben steken we het Zwarte Water over en nemen de dijk naar Genemuiden. Een harde wind waait over het kale gebied van uiterwaarden en polders. Nergens iets van beschutting. Hooguit die ene boerenschuur waar we, uit de wind, het traditionele kopje soep nemen. In Genemuiden nemen we de pont naar Zwartsluis. Als we overgestoken zijn gaat de route over de afrastering de uiterwaarden in. Over de zomerdijk lopen we de laatste kilometers naar het eindpunt Zwartsluis.

zondag 13 juni 2010

Rondom huis

Dalfsen - Berkum
Ook vandaag is het weer een thuiswedstrijd. Om half zeven is iedereen met een fiets bij de opstartplaats in de Fabiushof. We stappen op het fietsje en rijden naar het station, vandaar gaan we te voet verder naar Berkum. Net achter het station ligt Huize Den Berg, een havezathe die voor het eerst in 1483 wordt genoemd. We lopen achterom, dat doen de bekenden altijd, gasten komen via de voordeur. We staan even te kijken bij deze kostelijk gelegen koopmanswoning.


Lang niet altijd zijn op het Havezatepad de bouwwerken zo herkenbaar. Soms is er niet meer dan een boerderij van over waar we dan weer gedachteloos aan voorbij lopen en soms is het alleen de plek nog waar vroeger wat stond. Via de Mataram lopen we naar De Horte. Tegenwoordig als gebruikt als kantoorruimte van Het Overijssels Landgoed. Het eerste van we van dat landgoed zien is de
biljardkamer. Al gauw volgt het kleine witte bruggetje wat toegang tot de tuin geeft.


We vervolgen het bospad, steken een boerenerf over en lopen tussen de weilanden door, links en rechts staat een singel met bomen en struiken. Als we bij de N35 komen kiezen we en goed moment en steken de weg over, een lange oprijlaan met richts geknotte wilgen. Lang niet alle exemplaren zijn in goede staat en we verwonderen ons dat op een "ogenschijnlijk dode boom" nog zoveel jong groen zit. Als we
Soeslo bereiken zien we dat het tegenwoordig weer bewoond wordt. Een deel is dus ook voor ons bezoek afgesloten en iets anders dan volgens het boekje lopen we verder. Het zonnetje komt er heerlijk bij.


Nadat we aan de rechterhand de Wythmener plas hebben gehad lopen we langs de golfbaan. Een prachtig traject over een betonnen wandel-/fietspad, aan beide een royale strook gras, daarna een strook natuurgebied met daar achter de wijdse vlakten van de golfbaan. Af en toe nemen we een kijkje bij de golfers. Bij een riante villa zien we nog een oude mercedes staan, het bijzondere exemplaar ziet er nog geweldig uit voor zijn leeftijd (55 jaar oud), natuurlijk heeft ze nog wel een faceliftje gehad maar dat mag ook wel. Terwijl ik foto's maak knopen Erik en Karel een praatje met de eigenaar aan.


In Herfte steken we twee maal het spoor over en lopen door de Veldhoek naar Berkum. Als we het dorp doorkruist hebben komen we bij de A28 waar een tunneltje klaar ligt om ons naar de overkant te brengen.


De route loopt om begraafplaats Kranenburg heen naar het restaurant de Agnietenberg waar het eindpunt is. In 1926 kocht de gemeente Zwolle het voormalige terrein van de havezate ´Craanenburg´en richtte dit in als begraafplaats. Het is, naast begraafplaats, een mooie plek om tot rust te komen, te wandelen, te bezinnen enzovoort. Weer een plek dus die je niet direct associeert met een havezathe.

zondag 18 april 2010

Meneer, u mag daar niet staan!

Dalfsen - Ommen
Het is vandaag een soort thuiswedstrijd, we lopen het traject Ommen - Dalfsen. Omdat Pa Spoor wat onderhoud moest plegen aan het baanvak werden door de NS bussen ingezet. De eerste ging al om acht uur en eerlijk gezegt was ons dat te laat. We hebben daarom besloten om de route in omgekeerde richting te lopen en beginnen dus in Dalfsen. Het is iedeaal omdat we geen auto's mee hoeven. Als we over de brug met de blauwe bogen fietsen hangt er een lage mist over de Vecht. De fietsen stallen we bij het station en gaan vol goede moed op stap. Heerlijk om weer eens te lopen. Wat zouden we deze dag voor bijzonders tegenkomen. De zon doet heftig zijn best om de kou te verdrijven. Erik gooit een balletje op. Een van de favoriete bezigheden tijdens de wandeling is klootschieten. Een nare bijkomstigheid is dat ze een vrij goede schutkleur hebben en dat ze niet kunnen drijven. Dus als u een balletje vindt! In de Marswetering heeft een zwaan zijn nest gemaakt en zit rustig te broeden.


Af en toe een boerderij met geel-rode, groen omrande luiken die deel uit maakt van het Landgoed Rechteren, even later zien we in de verte het kasteel liggen. We lopen door een prachtig stukje bos met hoge beuken. Als we de marswetering weer zijn overgestoken komen we bij het spoor. Twee platte karren staan al op de rails en behendig plaatst de kraanmachinist zijn kraan dwars op de weg. Een as met "treinwielen" zakt naar beneden en na wat bijsturen ook de achteras. De kraan is ineens "locomotief" geworden. Er worden dwarsliggers vervangen. Natuurlijk sta ik weer op de verkeerde plaats.


Weer krijgen we een stukje bos en lopen daarna richting Hessum langs een vogelrijk gebied met oude vechtarmen. Tussen de weilanden door komen we bij de stuw van Vilsteren. Daar steken we, na een kopje koffie, de vecht over.


Door een bos met veel geurig naaldhout komen we langs een nat stuk land en steken even later de Hessenweg over. Een stukje bos met riante optrekjes. Even later staan we weer voor de verkeersader Hardenberg - Zwolle. Als we die overgestoken hebben zijn we weer in de vechtdelta aanbeland. Daar lopen we langs het boerenerf, de locatie waar van 1406 - 1836 een oude Havezathe (Arendshorst) stond. We hebben er niets van gemerkt. De natuur is hier schitterend. Een oude vechtarm en verder op bij een boerderij een ooievaar die in de tuin, of daar net voor naar voedsel zoekt. Op het nest, hoog op een paal, zit het vrouwtje. Weer moeten we de Hessenweg oversteken en na een lang recht stuk komen we bij de N48 aan. Volgens het boekje moeten we hier oversteken en daarna Ommen in. Zonder dat we er erg in hebben gaan we rechts en komen bij de Varsenerdijk. Dan maar vanaf deze kant Ommen in. Bij het station aangekomen kopen we een treinkaartje en wachten op de stopbus naar Dalfsen. Die vertrekt pas als de trein uit Emmen binnengekomen is.

zaterdag 16 januari 2010

We banjeren maar door

Schuilenburg - Ommen
Al zo lang we lopen hebben we het geroepen "wat zou het leuk zijn als er sneeuw lag". Vandaag hebben we het geweten. Omdat we vandaag in Ommen zullen stoppen laten we ons brengen en gaan we met de trein weer terug naar Dalfsen. Na de gebruikelijke stop rijdt de taxi naar huis en stappen wij manhaftig de sneeuw in. Die sneeuw is een soort prentenboek, de sporen van wandelaars, honden maar ook de afdrukken van reeёn, zo zie je dan een punt waar ze de weg oversteken.


Even later lopen we door de brede uiterwaard met rechts van ons de Regge. Maar de wereld om ons heen blijft wit. Bij Hankate wordt de Regge via een duiker onder het Overijssels kanaal geleid. Via de vistrappen wordt het overtollige water van het Overijssels kanaal in de Regge geloost. Jammer dat we dat nu pas lezen anders hadden we er vanmorgen met heel andere ogen naar gekeken.


Even later passeren we een stuw, vroeger een schutsluis - Sluis IV, die onder prachtige beuken ligt. Hoewel we nog een paar keer proberen is het ijs nergens dik genoeg. Het is inmiddels tijd voor de koffiestop die, geheel in stijl, door Erik werd verzorgd. Warme chocola met slagroom!!


De sneeuw loopt zwaarder dan we dachten. Het blijft een ongelijke ondergrond en af en toe glijden je voeten weg. We lopen langs de oever van de Beneden Regge. Bij de Archemer stuw steken we het water weer over. Een eindje verder stoppen we omdat we op de grond een heleboel haren zien liggen, hoe komt dat daar? Het wordt al gauw duidelijk als we de pels van een dier zien liggen. Een rood bruinige gloed en een witte pluim aan de staart. Over de witte weilanden zien we later landgoed Eerde liggen. Als we het even later voorbij lopen komen we langs een groepje boerderijen die met hun rieten daken, voorzien van grote ijsspegels, sprookjesachtig in de sneeuw liggen. Na de Steile oever, waar we even flink moeten klimmen komen we lang een aantal zomer(?)huisjes. De rook kringelt uit de schoorstenen omhoog.


Als we langs de rand van het bos lopen komt de zon even door de bewolking heen maar is ook weer gauw weg. We passeren een boerderijtje met een menigte aan schuren en schuurtje. Alles op de centimeter gebouwd. De trekker past net onder het afdak, een schuurtje met onderin een vak waar de hooischudder staat, er boven een vak waar het hooi in twee lagen ligt opgestapeld. Iets verder weer een laag bouwseltje wat net om een grondschuif past. Een kneuterige hokjes sfeer. Onderweg blijft het goed in de gaten houden waar je loopt. De weg met de aangereden sneeuw is glad. We lopen langs Huize Het Laer, een havezathe uit de 13e eeuw. In 1932 werd het huidige 17e eeuwse huis door de gemeente Ommen overgenomen van de adelijke familie van Pallandt. Dan ligt het station voor ons. Blij dat we de benen even kunnen strekken stappen we in de trein naar Dalfsen.