zaterdag 14 juni 2008

De reddende engel

Delden - Goor
Zachtjes tikt de regen op het tentdak, ik kijk op mijn horloge en zie dat het nog maar half zeven is, ik draai me nog maar eens om. Als het tijd om op te staan is tikt de regen nog steeds, alleen minder zachtjes. We kleden ons eerst maar eens aan en ruimen het slaapgerei op, het regent nog steeds. We pakken alles in de auto en er zit niets anders op dan de tenten in de regen op te breken. In no-time klaren we de klus en gaan nog maar even onder het afdak van het toiletgebouw staan. Als we naar de lucht kijken is die grijs en dichtgetrokken, welke richting we ook proberen. Er gaat een telefoontje richting Dalfsen, afdeling buienradar. Deze geeft aan dat er buien zijn we besluiten om de start toch maar te maken de regen wordt minder. Als we buiten de camping zijn is het droog. In het dorp moeten we eerst wat proviand in slaan voor de dag en omdat er op de route geen gelegenheden voor komen waar we koffie kunnen drinken besluite we om in Brasserie de Zwaan eerst maar eens koffie te drinken. Het treft, hoewel de zaak nog niet echt open is en de kok nog met de ontbijttafel bezig is worden we toch met een gastvrij gebaar naar binnen genodigd en zo zitten we enkele minuten later aan de stamtafel tussen de kranten aan de koffie.


Na de koffie verlaten we Delden, dat we in onze ogen het Haren van Twente was, lopen door een fraaie fietstunnel het landgoed van Kasteel Twickel op, het wordt gezien als de mooiste Havezathe van Twente. In de periode 1841-1854 groeit het bezit van Twickel uit tot 4000 ha. Een royaal gebied met bossen, glooiende akkers, eiken, heidevelden en schitterende beukenlanen. De Rododendron bloeit uitbundig met zijn grote bloemen en de blonde acquitaines laten hun bellen rinkelen. Tijdens de koffie las ik dat de huidige brug vroeger een poortgebouw was.


We lopen verder door het fraaie gebied en af en toe een kraakhelder beekje. En komen bij de watermolen. Jammer genoeg is deze oliemolen uit 1325 vandaag niet in werking. Ooit stond hier tegenover nog een korenmolen. Machtige beuken staan er aan de kant van de zandweg. In één van de beuken huist een vogelfamilie, de kop van pa of moe steekt naar buiten om eens poolshoogte te nemen.


Na een 'virtuele' koffiestop lopen we langs de Twickelervaart. Een verbinding tussen het Delden en de Regge. Graaf Carel George van Wassenaer Obdam liet deze in de jaren 1771-1775 graven. De kosten, 60.000 gulden had hij er dankzij de tolgelden in enkele jaren uit. Even verderop heeft men langs het Twentekanaal natuurlijke oevers aangelegd. De uitdaging is er direct om die als wandelpad te gebruiken. Een smalle weg leidt ons over het erf van een boerderij. Nog even en we lopen het erf van de volgende boerderij op. Hier hebben Henk en Ferdy gisteren de auto achter gelaten. Op het erf treffen we de boer nog en maken even een praatje met hem.


We gooien de rugzakken achterin, nemen zelf plaats, de startknop wordt ingedukt...... geen teken van leven. Echt niets, we zullen wel even duwen maar..... leve het computer tijdperk, die inspanning wordt ons bespaard. Er zit niets anders op dan dat er een auto met startkabels komt. Erik en Herman beiden aan om naar de volgende boerderij te lopen om te zien of we daar hulp kunnen krijgen. Terwijl zij onderweg zijn doet Ferdy zijn verhaal dat hij vorig week onder de motorkap een kippenei vond. Ik doe hem uit de doeken dat het werk van een steenmarter is. Dan komt er een auto aangereden, aan het stuur de reddende engel naast er achter hem Erik en Herman. Beide accus werden door de startkabels met elkaar verbonden en na enkele pogingen slaat de moter aan. Een groot gejuich stuigt op, de motor loopt. We bieden onze wederdiensten aan voor het geval de boer in Dalfsen met pech komen te staan en stappen in. Eerst nog even bij de camping langs op de achtergebleven auto op te halen en daarna door naar huis.

Zo leer je nog eens wat

Drienerlo - Delden
We beginnen met een kopje koffie op de parkeerplaats naast het nieuwe voetbalstadion van FC Twente. Inmiddels hebben we de auto met de tenten al achtergelaten op de camping waar we zullen overnachten. Het pad leidt via smalle paadjes tussen de landerijen naar de buurtschap Twekkelo. Het is een gebied met veel landgoeden zoals b.v. Het Mensink, Het Reef, Het Stroot en veel anderen, het digitale kaartje van Twekkelo geeft dat heel mooi aan.


Onderweg komen we overal de kleine groene zouthuisjes tegen. Niet meer dan een bescherming voor de afsluiters en pompen die water naar beneden pompen. Beneden wordt het steenzout opgelost en het pekelwater wordt weer omhoog gepompt. Die pekel wordt dan naar de fabriek gevoerd waar de verwerking plaats vindt. Bij één van de huisjes wordt er door mensen van Akzo gewerkt, een mooie gelegenheid om eens wat vragen te stellen. Zo krijgen we te horen dat het zout op een diepte van 4 à 500 meter gewonnen wordt, dat de oude boortorens zo hoog waren omdat daar ook een boorstelling in stond, dat men tegenwoordig met een olielaag voorkomt dat de grond verzakt. Kijk zo leer je nog eens wat.


We lopen verder en komen al gauw in Boekelo aan. Het dorp wat door de zoutwinning op de kaart wordt gezet. Midden in het dorp is een klein stationnetje en een seinhuis van de MBS, het museum buurt spoor. Vroeger was dit station onderdeel van de spoorlijn Enschede - Neede, deel van het spoorwegnet van de "Gelders Overijsselsche Lokaal Spoorwegmaatschappij". Een mooi moment om een kopje koffie te drinken.


We lopen verder en na het dorpje Beckum gaan we over het Kerkveldervoetpad, een fraai heidegebied. In de buurt waren meer paden die de plaatselijk bevolking gebruikte om in één van de kerken te komen. Even voor ons loopt een man op krukken wat wij oneerbiedig betitelen als een nieuwe vorm van Nordic Walking. We raken aan de praat en horen dat de man net een paar kunstheupen heeft gekregen. Een ingreep die hij in Duitsland onderging, hij schetst ons de verschillen tussen de Nederlandse en Duitse instelling van de artsen. Wanneer schikt het u vroeg de arts aan hem toen hij een afspraak moest maken. Kom daar hier maar eens om.


Als we langs de oerbossen lopen pakken dreigende wolken zich samen. Gelukkig blijft het nog steeds droog. Als we over het erf van één van de boerderijen lopen begint het toch te regenen. We stappen door de open deuren, die uitnodigend open staan naar binnen en schuilen een tijden in de stal. Als de bui voorbij is gaan we verder en zien aan de rand van een akker de grafstenen van de Joodse begraafplaats staan. In het verleden mochten Joden geen begraafplaats hebben vlakbij een dorp of stad. Ergens in de "rimboe" moest dan een dodenakker worden ingericht. Opvallende is dat naast onze jaartelling ook de joodse jaartelling op de stenen wordt weergegeven. Mocht iemand zijn bril kwijt zijn: hij ligt op het hek van de begraafplaats! Als we even later het Twente kanaal oversteken gaan we rechtsaf en lopen via een hek de camping op. We melden ons bij de receptie en vragen welke plaats ze voor ons in gedachten hadden.


Alles geregeld en de auto op het veld gereden. We beginnen met het opzetten van de tenten, de regen wordt steeds heviger en we besluiten om maar even onder dak te gaan. Ook nu is de bui van korte duur en even later is daar de zon weer en maken we de klus af. De stoelen uitklappen en we genieten voor de tent van een heerlijk verkoelend pilsje.


Na de gebruikelijk plichtplegingen is het half zes en wandelen we naar de chinees voor een warme hap. Als we terugkomen kijken we de voetbal wedstrijd in de kantine en het geluk van de meeste kan niet meer op!! Een wedstrijd waar we nog wel even een borrel op kunnen drinken.