zondag 6 september 2009

Hij was wel een halve meter

Giethoorn - Wetering
De dag voor we gaan wandelen geeft beslist geen hoopvolle indruk. Bij bakken stort het water naar beneden, dan is het weer een tijdje droog en plots valt er weer zo'n waterval uit de lucht. Toch gaan we vrijdagmorgen vol goede moed van start. We steken de weg over, als we de borden geloven is Steenwijk nog maar 6 kilometer, wij hebben er nog 39 voor de boeg, waarvan we nog wat bewaren voor een volgende keer.


Er staat een flinke wind en in de blauwe lucht hangen grote witte wolken, een pracht gezicht de zon schijnt daar volop tussendoor. We lopen over de verharde weg langs de Halfweg Polder. Na de turfwinning zijn ze ontgonnen en geschikt gemaakt voor de landbouw, een vooroorlogs werkgelegenheidsproject. We steken aan het eind de Thijssegracht over en lopen aan de andere kant van het water door over het fietspad. Rechts van ons passeren we een weiland met koeien op zich niet iets ongewoons natuurlijk maar deze koeien waren niet onthoornd. Sommige boeren kiezen hier bewust voor. We lopen verder en komen al gauw bij het Giethoornse Meer. De wind laat witte kopjes op de golven zien, aan de overkant van het meer zien we het torentje van Blokzijl. Het meer is al ontstaan in de ijstijd dus ruim voor de turfwinning en is nu een knooppunt van waterwegen. We lopen over een brede gras wal, links het riet dat door de wind platgedrukt wordt en rechts een bomenrij met daarachter grasland. Nog steeds geen drup regen gehad! Onder de brug drinken we een kopje koffie soms zegt je gevoel dat zoiets verstandig is.


Als we verder bij Café Geertien in Muggebeet komen zijn ze nog niet open en nemen ook niet de minste moeite om maar iets te verdienen. We lopen een eindje langs de N333 en slaan dan rechts af de natuur weer in. Op de paal bij het toegangshek staat een blauw bordje met de afbeelding van een schelp, het Jabikspaad. We lopen langs de Roomsloot, links het water met een rietkraag rechts rietlanden.


Boven de rietlanden aan het horizon ligt Nederland en daarboven een nederlandse lucht. Bij het plaatsnaambord maken we even een foto. Een unieke foto want dat bord hangt er niet altijd en .... het bord is oranje! waarom?? Als we de grens van Nederland over zijn moeten we weer het fietspad volgen en stoppen even bij de vogelkijkhut. Geen vogel te zien, behalve die vreemde vogels die achter de opening zitten.


Het fietspad gaat verder door een bosje. Twee verkenners lopen voorop de rest volgt op en royale afstand. Ineens er er voor paniek, ik wordt geroepen. Als we door de bocht zijn zien we de verkenners staan. Ze zwaaien met de armen en maken gebaren. Rustig lopen we verder. "Hij was wel een halve meter, ja hier over het pad. Een echte!!! Daar kronkelde hij." We begrijpen dat ze een echte slang gezien hebben. Jaja, wat voor één dan?? Ze blijven het antwoord schuldig. Het blijft gissen. Ons land kent slechts een paar soorten zoals de adder en de ringslang. De eerste kom je op zandgrond tegen terwijl de andere meer in waterrijke gebieden te vinden is. De schuwe slang is ongevaarlijk en bijt zelden. Ineens zien we er weer één gaan, dit keer een kleiner exemplaar, onze dag kan niet meer stuk!


Aan het eind van dit pad komen we bij Kalenberg. Midden in het dorp steken we het water over, aan het eind van de bebouwing gaat de weg over in een fietspad. Na een tijdje komen we langs de Kloosterkooi. Helaas is de eendekooi alleen op afspraak te bezichtigen. Aan het eind van het pad gaan we rechts af en lopen langs de vervenershuisjes naar de camping.

Geen opmerkingen: